Minister Kuipers heeft bekendgemaakt de GVS-modernisering uit te stellen tot 1 januari 2024. Dit betekent dat de huidige vergoedingslimieten ook in 2023 van kracht blijven. De bestaande maximering van de eigen bijdrage blijft in 2023 op € 250.
Ondanks zijn eerdere standvastigheid, heeft Kuipers toch besloten om de GVS-modernisering uit te stellen. Hij schrijft in zijn Kamerbrief (pdf) dat de reden voor dit besluit drieledig is.
Allereerst is het risico op beschikbaarheidsproblemen groter dan verwacht: Fabrikanten hebben (niet voor het eerst) aangegeven in veel gevallen hun prijzen niet omlaag te kunnen brengen, en hebben in hun contracten met verzekeraars in het kader van het preferentiebeleid afgesproken dat hun geneesmiddelenprijzen niet boven de vergoedingslimiet mogen liggen. Indien dat wel gebeurt, kunnen ze bepaalde geneesmiddelen niet meer in Nederland ter beschikking stellen. Een openbare prijsverlaging betekent dat parallelimport aantrekkelijker wordt, en het werkt eveneens door in andere landen die Nederland als referentieland gebruiken voor hun prijsstellingen. Dit wordt volgens de fabrikanten niet akkoord bevonden door hun Europese hoofdkantoren en heeft als consequentie dat geneesmiddelen van de Nederlandse markt worden gehaald.
Ditzelfde geldt voor geneesmiddelen die op de markt zijn gebracht voor specifieke (kleine) patiëntgroepen. De minister heeft hiervoor een verzachtende maatregel voor de onderkant van de geneesmiddelenmarkt ingesteld, maar dit wordt blijkbaar niet als voldoende gezien.
Ten tweede is de kans vanwege de huidige inflatie groot dat geneesmiddelenprijzen stijgen. Fabrikanten gaven daarop aan dat zij hun prijzen niet kunnen verlagen, waardoor in het eerdere rekenmodel het scenario waarin veel patiënten meer een hogere bijbetalingen krijgen steeds aannemelijker wordt. Dit is in het licht van de economische omstandigheden onwenselijk.
Als derde heeft het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) geadviseerd om de wijziging niet vast te stellen, gezien ‘de proportionaliteit van de modernisering, de werkbaarheid voor veldpartijen en het zogeheten doenvermogen van burgers’. De ATR benadrukte overigens wel dat het geen uitspraak doet over de wenselijkheid van de maatregelen om de uitgaven van extramurale geneesmiddelen te beheersen, maar dat de onderbouwing van de maatregelen onvoldoende is.
Bijeenkomsten met veldpartijen verlopen onrustig
Kamerlid Den Haan heeft in een aangenomen motie verzocht om een nauwkeurigere inschatting te maken van de gevolgen van de GVS-modernisering voor specifieke patiëntengroepen. SFK heeft in opdracht van de minister gekeken naar de bijbetaling op producten, de bijbetaling voor patiënten en de wisselingen voor patiënten. De uitkomsten hiervan zijn besproken met partijen, waarover het FD berichtte dat die bijeenkomst uitliep op een pandemonium. Wim de Haart (VIG) liet optekenen dat ‘iedereen boos en verdrietig [was]’.
Uit de beslisnota (pdf) blijkt dan ook dat veldpartijen stevig hebben geageerd tegen de GVS-modernisering en voorbeelden als de eerdergenoemde beschikbaarheidsproblemen, zorgmijding en uitstel van zorg, verminderde therapietrouw, serious adverse effects zoals ziekenhuisopnames, hebben aangevoerd als redenen waarom de modernisering geen doorgang zou moeten vinden. Blijkbaar is bij deze laatste bijeenkomst de knop van Kuipers omgegaan, hoewel de genoemde argumenten niet als donderslag bij heldere hemel moeten zijn gekomen; er is een reden waarom de modernisering keer op keer is uitgesteld…
Financiële consequenties
Met het besluit lukt het de minister niet om aan de taakstelling (besparing van € 140 miljoen) uit het regeerakkoord te voldoen, wat eerder nog als belangrijk argument werd aangedragen om aan de modernisering vast te houden. Kuipers geeft nu aan dat het besparingsverlies in 2023 kan worden opgevangen binnen het budgettair kader Apotheekzorg. Dit omdat het prijspeil van geneesmiddelen naar verwachting minder hard zal stijgen vanwege bestaande beleidsmaatregelen zoals wettelijke maximering van geneesmiddelenprijzen.
Is een jaar uitstel genoeg?
Het is de vraag of de minister met het uitstel van een jaar oplossingen kan vinden voor de meeste barricades. De moraal is laag, blijkt eveneens uit de beslisnota. De projectgroep communicatie, die ook voor de communicatie naar patiënten toe is opgericht, blijkt niet echt te functioneren op de manier waarop die bedoeld is omdat voorschrijvers helemaal geen actieve rol willen vervullen in deze projectgroep, noch in de uiteindelijke communicatie zelf. Dit betekent dat er vooral een ‘eenzijdig VWS-verhaal’ naar voren komt. De VWS-beleidsmakers hopen dan ook dat verdere mogelijke verzachtende maatregelen en het uitstel hier verandering in brengen – alleen al omdat er meer tijd is voor een effectieve communicatieaanpak.
De minister gebruikt de extra tijd om de signalen van de markt, evenals het advies van het ATR, te bestuderen en waar mogelijk van oplossingen te voorzien. Hij ziet ondanks alle weerstand dus voldoende aanknopingspunten voor uitstel in plaats van afstel. De ATR zal na de aanpassingen eveneens opnieuw om advies worden gevraagd.
Bron: Axon Healthcare, Adviescollege toetsing regeldruk (ATR), Het Financieele Dagblad (FD), Ministerie van VWS