Eind juni hebben de ministers Kuipers en Helder hun visie en agenda uiteengezet om ‘toegang tot goede zorg voor iedereen’ te verkrijgen. Kwaliteit staat centraal in de aanpak voor de noodzakelijke verbeteringen van het zorgstelsel. Hoewel de zorg in Nederland in brede zin goed is, blijft de kwaliteit van zorg op onderdelen achter bij andere landen. Dit komt onder andere doordat de zorg te versnipperd is georganiseerd. Dat moet en kan beter volgens de ministers; wat is in grote lijnen de strekking van hun oplossing?
Middels een brief aan de Kamer (pdf) formuleren Kuipers en Helder expliciet vanuit welke visie op kwaliteit zij de noodzakelijke verbeteringen van ons zorgstelsel willen bereiken en hoe die visie bestaande trajecten verbindt. Allerlei ontwikkelingen vragen om een nieuwe benadering van kwaliteit van de zorg met meer aandacht voor publieke waarden. ‘Passende zorg’ blijft daarbij een wederkerend woord. Wat nu precies met die term wordt bedoeld wordt nu duidelijker gedefinieerd.
Kuipers en Helder definiëren enkele thema’s waar de zorg aan zal moeten voldoen:
- Gebruik maken van wetenschappelijke en medisch-technische ontwikkelingen en de zorg naar de mensen toebrengen, in plaats van de mensen naar de zorg.
- Meer maatwerk: naarmate er technisch meer mogelijk is, wordt het belangrijker scherper af te wegen wat de patiënt nu echt belangrijk vindt in zijn of haar fase van het leven.
- Er moeten keuzes worden gemaakt om de groei van zorg weloverwogen te begrenzen.
- Grofweg één derde van de mensen heeft moeite met gezondheidsvaardigheden, die nodig zijn om informatie over zorg te begrijpen en gezond te leven. Sociaaleconomische verschillen in de samenleving nemen nog steeds toe en hebben ook hun uitwerking op gezondheid. Om die maatschappelijke kloof te overbruggen is domeinoverstijgende samenwerking cruciaal.
- Meer regie van de overheid op de toepassing van uitkomstinformatie over de impact van behandelingen op de werkelijke kwaliteit van leven van patiënten. Patiënten, zorgverleners en verzekeraars zouden makkelijker toegang tot dergelijke informatie moeten krijgen.
- In de zorg moet duurzaamheid en crisisbestendigheid hoog in het vaandel staan.
Omdat iedereen toegang moet hebben tot goede kwaliteit van zorg hebben Kuipers en Helder vijf leidende principes geformuleerd om dat doel te bereiken:
- Samenleving aan tafel: Standaarden voor ‘goede zorg’ worden meestal geschreven door zorgverleners, maar er moet in dit proces veel meer en beter gebruik worden gemaakt van de ervaringsdeskundigheid die aanwezig is bij groepen patiënten, cliënten en naasten. Daarnaast is het, gezien de grote maatschappelijke vraagstukken waar de zorg zich steeds meer toe moet verhouden, van belang dat hier het perspectief van burgers en de samenleving als geheel bij is vertegenwoordigd.
- Samenwerken met en rondom de patiënt: kwaliteit gaat niet alleen over het (verder) optimaliseren van individuele werkwijzen, maar juist over het aanbrengen van meer synergie rondom de ontvanger van zorg. Om dit te bereiken hebben Kuipers en Helder een gedetailleerd actieplan uitgewerkt waarin gesprekken met ‘het veld’ gaan worden gevoerd.
- Leren en verbeteren in dialoog: ook hier is nog veel werk aan de winkel. Er worden door de ministers diverse actieplannen uiteengezet, maar de essentie is dat zorgverleners een omgeving nodig hebben met een efficiënte data- en kennisinfrastructuur, zodat zij voortdurend kunnen leren en verbeteren aan de hand van die informatie. Ook over en weer kunnen de zorgsectoren van elkaar leren.
- Mensen in positie om gezond te leven: voor de toegang tot goede zorg voor iedereen zal er meer gefocust moeten worden op gezondheid en welzijn en minder op het behandelen van ziekten. Voorkomen van ziekte en van verslechtering bij chronische aandoeningen is de beste manier om te werken aan gezondheid en welzijn. Om mensen in positie te brengen moeten ze mee kunnen beslissen over de zorg en hiervoor is ook een actieplan gemaakt.
- Regie door de overheid: om de gevraagde kwaliteit te bereiken moeten het de zorgverlener en zorgbestuurder waar mogelijk makkelijker gemaakt worden, door meer ruimte te geven en te zorgen voor minder regeldruk. Met minder programma’s en meer samenwerking tussen de programma’s, met minder bestuurlijke drukte en meer consistentie. Om dit te bereiken zal overleg met het veld en partijen als het ZiN, NZa, IGJ en gemeenten worden gevoerd en met hen de nodige afspraken worden gemaakt.
Op naar de win-win door dicht bij de praktijk te blijven
Tot slot eindigen Kuipers en Helder, twee zorgministers afkomstig uit ‘het veld’, die dicht bij de praktijk hebben gestaan, hun brief als volgt:
‘’We zijn in Nederland goed in het formuleren van voornemens en het opzetten van nieuwe initiatieven, maar in de praktijk ervaren zorgverleners en patiënten niet altijd de beloofde winwin. We willen in de uitwerking van deze visie daarom dicht bij de praktijk blijven. In de praktijk de verhalen ophalen en delen. En bijsturen op basis van die verhalen. Dat is actief omzien naar elkaar. Daar staan we voor.”
De toekomst gaat uitwijzen of de beschreven visie een actiepunten ook daadwerkelijk de gewenste kwaliteit van zorg gaat opleveren.
Bron: Axon Healthcare, Ministerie van VWS.