Het duurt vaak lang voordat dure innovatieve geneesmiddelen beschikbaar komen voor patiënten. Nadat de EMA deze geneesmiddelen heeft goedgekeurd, worden ze in Nederland conform de geldende criteria vaak in de sluis geplaatst, waarna er gemiddeld bijna een jaar overheen gaat voordat deze middelen daadwerkelijk beschikbaar komen voor patiënten. Dit zou moeten gaan veranderen met het onlangs nieuwe opgestelde Drug Access Protocol (DAP), een initiatief van meerdere veldpartijen. Met het DAP zouden deze dure behandelingen een stuk eerder beschikbaar komen voor patiënten, maar aan het protocol kunnen ook een aantal gevolgen zitten die nauwlettend in de gaten moeten worden gehouden.

Op moment van schrijven zitten er zo’n tien middelen in de sluis en staan zestien geneesmiddelen op de kandidatenlijst. Dit betreft voornamelijk oncolytica en behandelingen voor bloed- en spierziekten. De doorlooptijden van de sluis (tijd van beoordeling tot opname in het basispakket) worden steeds langer en de vraag komt op in hoeverre de huidige beoordelingsprocedure en methodiek in alle gevallen nog geschikt is voor het toetsen van dergelijke innovatieve behandelingen. Dit heeft als gevolg dat patiënten en voorschrijvers steeds langer moeten wachten om toegang te krijgen tot deze behandelingen. Daar zou echter verandering in moeten komen met het door oncologen, het Zorginstituut (ZIN) en zorgverzekeraars opgestelde Drug Access Protocol (DAP). Het DAP zou de evaluatie van dit soort behandelingen met een half jaar tot soms jaren kunnen versnellen.

Wat is het DAP? 

Het DRUG Access Protocol is een initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Medische Oncologie (NVMO), Antoni van Leeuwenhoek, Zorginstituut Nederland (ZIN) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN). Het is in eerste instantie bedoeld om oncolytica voor niet veel voorkomende vormen van kanker sneller bij de patiënt te krijgen. Met het DAP worden deze specifieke geneesmiddelen in eerste instantie door de fabrikant kosteloos beschikbaar gesteld aan ziekenhuizen, het ziekenhuis monitort (en verzamelt gegevens van) de patiënten die ermee worden behandeld en bij bewezen effectiviteit gaat de zorgverzekeraar het middel vergoeden. Het eerste middel dat deze route volgt, cemiplimab is door de EMA goedgekeurd voor de behandeling van patiënten met plaveiselcelcarcinoom van de huid die niet in aanmerking komen voor chirurgie of radiotherapie. Dit wordt nu de eerste 4 maanden kosteloos door de fabrikant geleverd en wanneer het effectief is neemt de zorgverzekeraar de kosten over. Op termijn zullen andere oncologische middelen aan het protocol worden toegevoegd en zal er in het verlengde van de Drug Rediscovery Protocol (DRUP) studie worden gewerkt aan het opzetten van een infrastructuur. In de DRUP-studie worden kleine groepjes uitbehandelde patiënten met uitgezaaide kanker en met een specifieke genetische mutatie, behandeld met bestaande geneesmiddelen die al geregistreerd zijn voor andere kankersoorten (off-label gebruik). Vijf ziekenhuizen gaan vooralsnog met dit protocol aan de slag: Antoni van Leeuwenhoek, Erasmus MC, Maastricht UMC+, Radboudumc en UMC Groningen. 
Is versnelde toegang van dure geneesmiddelen wel te bekostigen?  

Het is een wens van specialisten en patiënten om sneller toegang te krijgen tot innovatieve, levensreddende behandelingen of behandelingen die de kwaliteit van leven van patiënten verbeteren. Het is echter de taak van het ZIN om het pakket te beheren en daarbij de balans tussen kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid te bewaken. Hoewel de toegang van dure geneesmiddelen door het DAP versneld wordt, kan dit wringen met de betaalbaarheid van de zorg (macroniveau) en de beheersing van het ziekenhuisbudget (mesoniveau).

In 2019 is in Nederland ongeveer €2,4 miljard aan dure intramurale geneesmiddelen uitgegeven. Waar deze geneesmiddelen via de sluis mondjesmaat het verzekerde pakket instromen, zal dit met de invoering van het DAP ogenschijnlijk een stuk sneller gaan, waardoor de mogelijkheid ontstaat dat er ook méér van dergelijke geneesmiddelen het basispakket instromen. Dit zal mogelijk gepaard gaan met hogere totale uitgaven. Hier staat tegenover dat de snellere beschikbaarheid ook eerder gezondheidswinst voor patiënten kan opleveren waardoor zij bijvoorbeeld (eerder) terug kunnen keren in het arbeidsproces. Daarnaast ligt het financiële risico in de eerste vier maanden bij de fabrikant (die er overigens wel waardevolle data voor terugkrijgt).

Met de snellere instroom neemt mogelijk ook de druk op het ziekenhuisbudget toe, aangezien de meeste dure geneesmiddelen (als add-on) binnen het ziekenhuisbudget vallen. De maximumtarieven voor deze add-ons worden door de NZa gesteld, waarna de ziekenhuizen aan de ene kant met de zorgverzekeraars een vergoedingstarief en aan de andere kant met de fabrikant een inkoopprijs uitonderhandelen. Dit kan nog wel eens problematisch worden in het licht van de HLA-MSZ waarbij is afgesproken dat de volumegroei van ziekenhuizen in 2022 naar 0% moet worden teruggebracht.

Waarom niet het Duitse model?

Hoewel het DAP nieuw is voor Nederland, is het toelaten van dure geneesmiddelen tot het pakket op deze manier al jaren de norm in Duitsland. Het verschil is echter dat fabrikanten in Duitsland langer de tijd krijgen om gegevens te verzamelen en het financiële risico niet bij de fabrikant ligt, maar bij de zorgverzekeraars. Waarom is daar niet voor gekozen?

Hoewel de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG) het DAP toejuicht, zet het ook een kritische kanttekening bij het ontstaan ervan. De vereniging stelt namelijk dat het DAP niet nodig zou zijn geweest als de toelating van dure specialistische geneesmiddelen via de open instroom anders was geregeld.

Het lijkt er dan ook op dat er met het protocol een oplossing is bedacht om dure specialistische geneesmiddelen (in dit geval oncolytica) sneller bij de patiënt te krijgen, naast het voortbestaan van het oorspronkelijke systeem. De open instroom gaat daarmee niet op de schop, maar wordt min of meer omzeild door parallel een nieuw systeem op te tuigen.

Een stap in de goede richting

Het DAP lijkt een initiatief te zijn waarbij tegemoet wordt gekomen aan zowel voorschrijvers en patiënten als fabrikanten die geneesmiddelen het liefst zo snel mogelijk bij de patiënt of op de markt willen krijgen. Het blijft echter opletten of de betaalbaarheid van de zorg en de ziekenhuisbudgetten niet onder druk komen te staan als een situatie ontstaat waarbij de versnelde toegang ook leidt tot méér dure geneesmiddelen in het verzekerde pakket. Om de zorgkosten te (blijven) beheersen zal dan mogelijk extra gelet moeten worden op de prijzen van deze geneesmiddelen. Daarnaast laten de hoofdlijnenakkoorden niet veel ruimte voor ziekenhuizen om te groeien. In deze akkoorden zullen de afspraken omtrent volumegroei wellicht ook enigszins opgerekt moeten worden om te waarborgen dat meer dure geneesmiddelen onder het ziekenhuisbudget gaan vallen. Al met al lijkt het DAP een grote stap in de goede richting te zijn om innovatieve behandelingen sneller bij de patiënt te krijgen. Of dit ook de opmaat is naar een structurele rigoureuze aanpassing van het toelaten van dure innovatieve geneesmiddelen zal moeten worden bezien.

Bron: Algemeen Dagblad (AD), Axon Healthcare, GIPdatabank, Nederlandse Vereniging voor Medische Oncologie (NVMO), Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG), Zorginstituut Nederland (ZIN)