Het Nederlandse zorgstelsel behoort tot een van de beste van Europa. Althans wat betreft kwaliteit, toegankelijkheid, levensverwachting en zorguitgaven. Dit concluderen VGZ en Zorgverzekeraars Nederland op basis van het rapport ‘De Zorgverzekeringswet in perspectief’ van de Argumentenfabriek. Doet Nederland het echt zo goed of zijn deze conclusies te kort door de bocht? De vraag is namelijk of deze conclusie wel zo makkelijk te trekken is.
Het desbetreffende rapport (pdf) is in opdracht van VGZ gemaakt. Het is geen alomvattende evaluatie van het Nederlandse zorgstelsel, maar betreft slechts een feitelijke weergave van de Zvw-uitgaven en enkele verschillen tussen Nederland en andere landen op het gebied van onder andere kwaliteit en toegankelijkheid van zorg en levensverwachting. Op basis van de cijfers van dit rapport concluderen onder andere VGZ en Zorgverzekeraars Nederland dat Nederland het ‘goed doet’ ten opzichte van andere Europese landen.
Conclusies in het kort:
- Nederland heeft een hoge gemiddelde levensverwachting
- Nederland besteed bovengemiddeld aan zorg, maar hoort hierin niet bij de top van Europa. Dit geldt echter wel voor de langdurige zorg
- De zorguitgaven stijgen niet zo sterk als in andere landen
- De toegang en kwaliteit van zorg zijn van wereldwijd gezien van topniveau
Doet Nederland het wel echt zo goed?
Uit cijfers uit 2019 (pdf) van de OECD is af te leiden dat de Nederlandse zorg inderdaad zeer toegankelijk is, de levensverwachting gemiddeld hoog is en hoewel de zorguitgaven hoger dan gemiddeld zijn, stijgen ze niet zo snel als in andere Europese landen. Bij dit alles wordt ook goede kwalitatieve zorg geleverd en overlijden in Nederland relatief weinig mensen aan voorkombare en behandelbare ziekten. De OECD vergelijkt in haar rapport cijfers van Eurostat van dertig landen.
Op andere parameters scoort Nederland echter niet zo goed. Zo is de levensverwachting dan wel hoger dan gemiddeld, maar zijn er nog tien landen die hier hoger op scoren en ligt het aantal Nederlanders dat overlijdt aan longaandoeningen en longkanker in de top van Europa. Daarnaast is het huidige zorgstelsel op termijn niet houdbaar door de alsmaar oplopende personeelstekorten en de stijgende zorguitgaven in voornamelijk de langdurige zorg en de ggz.
Het is dan ook niet gek dat hierover ook kritische geluiden klinken. Het begint al bij het meten van prestaties van zorgstelsels. Verschillende internationale richtlijnen meten verschillende prestaties, doen dit op verschillende manieren en vanuit verschillende perspectieven. Ze zijn dan ook niet met elkaar te vergelijken. Vanuit het consumentenperspectief, gemeten in de European Health Consumer Index (EHCI), doet Nederland het bijvoorbeeld helemaal niet zo goed. Hoewel zorguitgaven vrijwel direct te linken zijn aan het functioneren van een zorgstelsel zegt de relatie tussen zorguitgaven en bbp hier echter vrij weinig over. Ditzelfde geldt voor de levensverwachting, omdat er veel te veel factoren (waaronder leefstijl) zijn die hier invloed op hebben.
Ook al zouden er prestaties zijn die over het geheel gemeten kunnen worden, dan nog is het moeilijk om deze uitkomsten te vergelijken. Landelijk beleid dat los staat van zorgbeleid (pdf) kan deze uitkomsten beïnvloeden, waardoor die niet per se iets zeggen over het zorgstelsel. Een hoog opleidingsniveau (educatief beleid) kan bijvoorbeeld meer van invloed zijn op de toegankelijkheid van zorg dan de organisatie van het stelsel zelf.
Daarnaast spelen normen en waarden in een land ook een rol in de uitkomsten op deze parameters. In Nederland zal een huisarts minder snel voorschrijven dan in andere landen. Ook raadplegen patiënten in sommige landen veel eerder een arts dan in andere. Het feit dat in andere landen veel minder geld naar de langdurige zorg gaat dan Nederland, heeft niet alleen te maken met hoe het zorgstelsel in elkaar zit, maar ook omdat bijvoorbeeld familiezorg in andere landen veel meer in de cultuur is ingebed.
...er is nog werk aan de winkel
Kortom, de Nederlandse zorg lijkt tot een van de beste ter wereld te behoren. Het blijft echter zeer complex om landen onderling te vergelijken, wat niet betekent dat niet van elkaar geleerd kan worden. Hoewel vaak geconcludeerd wordt dat Nederland het goed doet wat betreft zorg, blijft het belangrijk om kritisch te kijken naar wat er bij en door wie is gemeten. Zo is het mogelijk om conclusies in perspectief te plaatsen en een reëel beeld te krijgen van deze uitkomsten. Hoewel de meeste cijfers toch lijken te wijzen op het feit dat het Nederlandse zorgstelsel top functioneert, blijft er werk aan de winkel om dit voor de toekomst ook zo te behouden.
Bron: Axon Healthcare, De Argumentenfabriek, European Commission (EC), ManagementImpact, Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) , Skipr, VGZ, Zorgverzekeraars Nederland (ZN), Zorgvisie